Met mijn mint-thee nam ik plaats op het bankje naast de boom en dacht aan mijn oma Gusta.

Dag oma, het is al 42 jaar geleden dat u het aardse leven heeft verruild voor het Hemelse. Toch wil ik u,  van waar u ook bent, vragen of u mij kunt inspireren.

Ik weet namelijk dat u vele jaren geleden, de medicijnvrouw in de familie was. U genas ons met kruidenbaden, zalfjes, drankjes en kruidenolie. U gaf ons bijvoorbeeld kruidnagel om kiespijn op te heffen en u smeerde een smurrie van modder en mosplanten rondom mijn enkel om de kneuzing te genezen.   U was er voor ons en voor de buurt in Paramaribo, Suriname.

Als klein meisje zag ik hoe u de huilende, proestende, hoestende baby’s van jonge moeders genas en hoe u hen leerde om babymassage toe te passen. Ik weet nog dat u regelmatig naar de dichte oerwouden van Suriname ging. Gewapend met kapmes en een rietenmand, kwam u terug met diverse bladeren, plantjes en andere zaakjes uit de natuur. Vervolgens ging u in uw buitenkeuken aan de gang en maakte u  papjes, drankjes, amuletten en andere poederachtige substanties.

 U werd niet rijk van uw klanten. Hun bedankjes en zegeningen waren voldoende voor u.

Lieve oma, waar haalde u toch uw kennis vandaan? En waarom heeft u ons dat nooit geleerd?

Ineens voelde ik de hete thee op mijn benen. Ik schrok wakker, sprong op en tegelijkertijd verstomde ik toen ik een fluistering hoorde:

“Alles is mij ingefluisterd. Engelen, natuurlijke wezens, het Universum waren mijn docenten. Het is aan mij gegeven om te gebruiken. En niet om door te geven. Het is nu aan jou om te luisteren en te genieten van alles dat op je pad komt en daarin je inspiratie te vinden”.